Subpage under development, new version coming soon!
Subject: Tweespraak 34
- 1
- 2
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Wie hem het hoogst kan laten stuiteren wint
Wie hem het hoogst kan laten stuiteren wint
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Nou, dit is best leuk spelen, maar doe mij toch maar een nieuw stuk de volgende keer..
(edited)
Nou, dit is best leuk spelen, maar doe mij toch maar een nieuw stuk de volgende keer..
(edited)
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Nou, dit is best leuk spelen, maar doe mij toch maar een stuk staal de volgende keer..
Nou, dit is best leuk spelen, maar doe mij toch maar een stuk staal de volgende keer..
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Nou, het is best leuk spelen met zo'n stuk oud ijzer, maar volgende keer gebruik ik toch wat glijmiddel.
Nou, het is best leuk spelen met zo'n stuk oud ijzer, maar volgende keer gebruik ik toch wat glijmiddel.
Granaat als speelgoed
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Worms in real life!
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Worms in real life!
Granaat als speelgoed
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Worms in real life!
Winnaart!
Twee sokkerspelers spelen met een stuk oud ijzer, zegt de 1 tegen de ander:
Worms in real life!
Winnaart!
- 1
- 2