Subpage under development, new version coming soon!
Subject: wiskunde
dat verbaast me wel :o leuk om weten
@wybo: idd 25 minuten.
Veel echt wiskundige vraagstukken heb ik niet meteen staan. De volgende is iets moeilijker, maar ook perfect wiskundig op te lossen:
Een uitgehongerde man zag twee mensen beginnen met hun middagmaal. Eén van hen had drie stukken brood en de andere vijf. Hij vroeg om hij mocht mee eten. Beide gingen akkoord hun maaltijd met de man te delen als hij ervoor betaalde. De man stemde toe en ze aten elk een gelijk deel van de acht stukken brood. Na de maaltijd betaalde de man acht muntstukken en ging weer verder. De twee mannen van hun kant begonnen om het geld te vechten. De man met de drie broden wilde het geld gelijk verdelen (ieder 4 munten), terwijl de andere man 5 van de 8 munten wou voor zijn deel.
Wat is de correcte verdeling van het geld? Hoe zou u dus het geld verdelen?
@wybo: idd 25 minuten.
Veel echt wiskundige vraagstukken heb ik niet meteen staan. De volgende is iets moeilijker, maar ook perfect wiskundig op te lossen:
Een uitgehongerde man zag twee mensen beginnen met hun middagmaal. Eén van hen had drie stukken brood en de andere vijf. Hij vroeg om hij mocht mee eten. Beide gingen akkoord hun maaltijd met de man te delen als hij ervoor betaalde. De man stemde toe en ze aten elk een gelijk deel van de acht stukken brood. Na de maaltijd betaalde de man acht muntstukken en ging weer verder. De twee mannen van hun kant begonnen om het geld te vechten. De man met de drie broden wilde het geld gelijk verdelen (ieder 4 munten), terwijl de andere man 5 van de 8 munten wou voor zijn deel.
Wat is de correcte verdeling van het geld? Hoe zou u dus het geld verdelen?
1 muntstuk voor de man die 3 stukken brood had en 7 muntstukken voor de man die 5 stukken brood had.
Moeilijk is dat toch niet hoor ^^
@ Wybo: inderdaad ongelofelijk, zoiets verwacht je niet, interessant weetje :-)
(edited)
Moeilijk is dat toch niet hoor ^^
@ Wybo: inderdaad ongelofelijk, zoiets verwacht je niet, interessant weetje :-)
(edited)
inderdaad, veel te gemakkelijk, moeilijke wiskundige vraagstukken heb ik niet staan :(
Misschien ook een leuke, is door een kennis van me verzonnen en ik heb ze uiteindelijk effectief als vraag gekregen in de junior wiskunde olympiade:
Stel: f(x) is een functie van graad 5: f(x) = ax^5 + bx^4 + cx³ + dx² + ex + f
Als je weet dat:
f(x=1) = 1
f(x=2) = 2
f(x=3) = 3
f(x=4) = 4
f(x=5) = 5
Wat is dan de waarde van f(x) voor x = 6?
(edited)
Misschien ook een leuke, is door een kennis van me verzonnen en ik heb ze uiteindelijk effectief als vraag gekregen in de junior wiskunde olympiade:
Stel: f(x) is een functie van graad 5: f(x) = ax^5 + bx^4 + cx³ + dx² + ex + f
Als je weet dat:
f(x=1) = 1
f(x=2) = 2
f(x=3) = 3
f(x=4) = 4
f(x=5) = 5
Wat is dan de waarde van f(x) voor x = 6?
(edited)
1 tegen 7
1/3 - 2 1/3
/edit: traag :D
(edited)
1/3 - 2 1/3
/edit: traag :D
(edited)
kom kom, ik heb ze moeten oplossen toen ik 14 jaar was, zo moeilijk kan dat niet zijn :D
ik weet niet wat een 5de graads vergelijking is. Sowieso waren vergelijkingen en discrete wiskunde nooit mijn sterkste kant geweest omdat ze mijn interesse niet hadden :)
6 ligt te voor de hand liggend veronderstel ik. Eerlijk gezegd interesseren zulke zaken me ook niet.
6 is het inderdaad niet
Dit is de enige vraag van de wiskunde olympiade die me bijgebleven is omdat de oplossingsmethode zo verbazend simpel was, ook al lijkt de vraag moeilijk :-)
@wybo: kennis van vijfdegraadsvergelijkingen is niet nodig, die kende ik toen destijds ook niet. Kennis van tweedegraadsvergelijkingen daarentegen kan eventueel wel handig zijn, alhoewel het ook niet echt nodig is denk ik.
(edited)
Dit is de enige vraag van de wiskunde olympiade die me bijgebleven is omdat de oplossingsmethode zo verbazend simpel was, ook al lijkt de vraag moeilijk :-)
@wybo: kennis van vijfdegraadsvergelijkingen is niet nodig, die kende ik toen destijds ook niet. Kennis van tweedegraadsvergelijkingen daarentegen kan eventueel wel handig zijn, alhoewel het ook niet echt nodig is denk ik.
(edited)
Zeg toch maar het antwoord, ik ben benieuwd :p
En ik was nochtans zelf altijd vrij sterk in de wiskunde olympiades :-(
Edit: is f=-1? (f, niet f(x) dus)
(edited)
En ik was nochtans zelf altijd vrij sterk in de wiskunde olympiades :-(
Edit: is f=-1? (f, niet f(x) dus)
(edited)
probeer de oplossing maar te vinden :D
Zie edit, is die '+ f' gelijk aan -1?
euhm... geen idee.... zou kunnen. Het is niet nodig om de waarden van a,b,c,d,e,f te zoeken.
Niet vergeten dat dit een vraag van de wiskunde olympiade is. Daar is je tijd beperkt. De waarden van deze parameters gaan zoeken zou te ingewikkeld zijn, er is een veel gemakkelijkere oplossing.
Niet vergeten dat dit een vraag van de wiskunde olympiade is. Daar is je tijd beperkt. De waarden van deze parameters gaan zoeken zou te ingewikkeld zijn, er is een veel gemakkelijkere oplossing.
a b c d e, zullen wel een aantal negatieven hebben en positieve. Waarschijnlijk -1 en 1, waardoor het steeds precies uit komt met de machten.